College voor de Rechten van de Mens hekelt woonwagenbeleid gemeente Oss

In 2006 heeft de Raad van de gemeente Oss in grote meerderheid besloten tot een nieuw woonwagenbeleid. Dit hield in dat met de corporaties in overleg zou worden gegaan over de overdracht van de bestaande woonwagens, die tot dan eigendom waren van de gemeente. De corporaties verzoeken om oplossingen uit hun reguliere aanbod te gaan aanbieden aan deze bevolkingsgroep. En na vrijkomen (b.v. overlijden standplaatshouder) deze standplaatsen te ontmantelen.

Door meerdere inwoners (in meerdere zaken maar tegelijkertijd behandeld) van Oss is dit beleid aangekaart bij het College voor de rechten van de mens. Zij stellen dat de Osse gemeente een (verboden) onderscheid maken op grond van ras door het beleid te voeren, dat vrijkomende standplaatsen van woonwagens niet meer worden opgevuld. Zij beschouwen zich als woonwagenbewoners met een eigen van generatie op generatie overgedragen cultuur, aan te merken als etnische groep. Hun voorouders trokken in woonwagens door Nederland, hetgeen inmiddels door de overheid onmogelijk is gemaakt. 

Het College heeft in haar uitspraak in december 2014 een oordeel uitgesproken over het beleid van de Osse gemeente. Zij oordeelt dat het College van B&W verboden onderscheid maakt op grond van ras door beleid te voeren dat er op gericht is om woonwagenbewoners niet in aanmerking te laten komen voor een nieuwe/andere standplaats op een woonwagenlocatie in de gemeente Oss en door vrijgekomen standplaatsen op woonwagenlocaties te ontmantelen. 

Op dit moment speelt in Oss het verzoek van de heer Kersten, die na het overlijden van zijn moeder in haar woonwagen wil (blijven) wonen, hetgeen op basis van huidig beleid niet is toegestaan. 

In de Adviescommissie van 29 januari 2015 was een brief van de heer Kersten en een brief van de heer P. de Kler uit Kerkrade inzake het Woonwagenbeleid aan de orde. 

De VVD-fractie heeft bij de behandeling aangegeven, dat het in 2006 ingevoerde beleid nog steeds wordt gesteund. Naast de hoge kosten verbonden aan de standplaatsen, is de VVD-fractie niet voor segregatie van bevolkingsgroepen. Segregatie kan leiden tot afwijkende en dus ongewenste normen en waarden. We constateren dat op meerdere plaatsen in Nederland, waar de autochtone bevolking niet echt gewenst is. 

De VVD-fractie heeft wil dat iedereen, die in onze gemeente wil wonen, integreert en zo zijn of haar kansen vanuit gelijkwaardigheid grijpt. 

De VVD-fractie wenst daarnaast geen voorkeurspositie voor bevolkingsgroepen. Het woonwagenbeleid gaat naar onze mening terecht uit van dezelfde regels als die voor sociale huurwoningen gelden. Kinderen kunnen slechts bij grote uitzondering rechten op de standplaats doen gelden als de ouder waarbij ze inwonen komt te overlijden. 

De VVD-fractie heeft de wethouder gevraagd te beoordelen of de uitspraak van het College voor de rechten van de mens volgens het College van B&W gevolgen heeft voor het huidige beleid. De wethouder heeft toegezegd na de zomer van 2015 met een nota ter zake naar de Raad te komen. 

Uiteraard houden wij op de hoogte!